Hoe inpassen in de financieringsstructuur?

De volgende vraag lijkt banaal eenvoudig maar is nochtans cruciaal voor een stevig dossier. De vraag die u zich moet stellen is van waar de centen komen om het vastgoed (af) te betalen. De vormgeving moet er dan ook op gericht zijn dat de middelen kunnen worden aangesproken, hetzij een eigen inbreng, hetzij een bankfinanciering, op die plaats waar zij het meest voor handen zijn. Beeld u het voorbeeld in waarin uw vennootschap stevige financiële resultaten en een dito cashflow neerzet. Uiteraard wil u dan de financiële kracht van die vennootschap aanspreken. Eerst privaat alles gaan bouwen (en betalen!) om het dan op een te traag tempo te gaan verhuren aan de vennootschap, dat lijkt dan zeker niet de beste oplossing.

Zo kan een vruchtgebruik beter zijn om meteen een krediet te kunnen nemen op naam van de vennootschap. Dankzij opstal of erfpacht kan het bijvoorbeeld geregeld worden dat er nog meer waarde op de vennootschap wordt gelegd, waardoor de vennootschap nog meer betaalt en de blote eigenaar nog minder.

Een heel belangrijke opmerking in de praktijk is dat de waardering van tijdelijke zakelijke rechten (vruchtgebruik, opstal,…) op residentieel vastgoed veel minder vlot spoort/scoort dan de soortgelijke waardering van zakelijk vastgoed. Voor residentieel vastgoed in het duurdere segment is de dubbel waar. Dit betekent dat de waarde van een tijdelijk zakelijk recht (bijvoorbeeld vruchtgebruik) veel minder hoog is in vergelijking met professionele panden of gemiddelde private panden. Om die reden is bijvoorbeeld een verhouding vruchtgebruik/blote eigendom van 50/50 soms al onhaalbaar, terwijl een 50/50-verhouding sowieso al niets is om echt wild van te worden. Voor dergelijke knelpunten hebben wij als specialisten evenwel een aantal remedies in de aanbieding. Wie vragen heeft, kan ons uiteraard steeds bereiken.
 

Schrijf u in op onze nieuwsbrief

Ontvang gratis onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte!